meesters in het omgevingsrecht
Oordt Omgevingsrecht

Toezicht en Rechtshandhaving

Week 1 – Inleiding handhaving en toezicht
1. Inleiding handhaving en toezicht (De Vries, ppt)
Literatuur
Week 2 – Psychologie van het toezicht
2. Psychologie van het toezicht deel 1 / deel 2 (Van Doorn & Reinard, ppt)
Literatuur
Week 3 – Beginselen van goed toezicht
3. Beginselen van goed toezicht deel 1 / deel 2 (De Vries, ppt)
Literatuur
Week 4 – Juridische kaders van toezicht waaronder open normen
4. Juridische kaders van toezicht waaronder open normen deel 1 / deel 2 (De Vries, ppt)
Literatuur
Week 5 – Interactie tussen publiek- en privaatrecht: toezichtprivaatrecht
5. Interactie tussen publiek- en privaatrecht: toezichtprivaatrechtdeel 1 / deel 2 (De Vries, ppt)
Literatuur
Week 6 – (volgt)
6. (volgt) deel 1 / deel 2 (De Vries, ppt)
Literatuur
  • xxx
Week 7 – Toezicht in de praktijk
7. Toezicht in de praktijk deel 1 / deel 2 (De Vries, ppt)
Literatuur
Private wetgeving
  • Burgerlijk Wetboek (BW) Boek 2
  • Burgerlijk Wetboek (BW) Boek 6
Publieke wetgeving

toezicht

20170701-9 proxy toezicht/De Ridder

Stelling: Veel van het werk van publieke (externe) toezichthouders kan door interne toezichthouders zoals Raden van Commissarissen en Raden van Toezicht worden overgenomen.

Ben je het met deze stelling eens? Beargumenteer je antwoord en betrek daarbij twee van de voorwaarden waaronder ‘proxy toezicht’ volgens De Ridder kan werken (10 punten)

20170701-8 trust paradox

Black stelt dat sprake is van een ‘trust paradox’.

a. Wat wordt bedoeld met de ‘trust paradox’ en hoe verhoudt die paradox zich tot het toepassen van open normen? (4 punten)

Stelling: Het opnemen van open normen in wetgeving is nog geen garantie voor daadwerkelijk ‘principle based’ toezicht.

b. Ben je het met deze stelling eens? Beargumenteer je antwoord en betrek in je antwoord ten minste twee vormen van ‘principle based’ toezicht die Black noemt. (4 punten)

20170701-7 onafhankelijkheid/zelfstandig bestuursorgaan

In het artikel “De minister wil de macht weer terug” wordt gesteld dat het ‘zelfstandig bestuursorgaan’ bestaat om te voorkomen dat politici zich in individuele gevallen naar eigen smaak gaan bemoeien met het toepassen van de wet.

a. Op welke vorm van onafhankelijkheid wordt hier gedoeld? (4 punten)

b. Leg uit of het vormen van een zelfstandig bestuursorgaan een effectief middel is om dit doel te bereiken en waarom dat (niet) het geval is (6 punten)

20170701-6 toezichttheorie Sparrow

De toezichttheorie van Harvard-professor Malcolm Sparrow heeft veel invloed gehad op Nederlandse toezichthouders.

a. Beschrijf de essentie van de theorie van Sparrow (5 punten)

b. Critici stellen dat de toezichthouder met het toepassen van het gedachtengoed van Sparrow de grenzen van de trias politica overschrijdt. Waarom zou dat het geval kunnen zijn? (5 punten)

20170701-5 legitimering toezichtorganen

Naar aanleiding van de publicatie van de jaarverslagen van DNB en AFM waaruit blijkt dat de toezichthouders veel informele toezichtmaatregelen opleggen stelt advocaat Guido Roth dat dit het risico met zich brengt dat het optreden van DNB en AFM legitimering verliest.

a. Ben je het met Roth eens? Beargumenteer je antwoord en betrek daarin zowel een voor- als een nadeel van informeel optreden (4 punten)

b. Welke plaats neemt informeel optreden in, in de piramide van Braithwaite en voor welke situaties is dit informele optreden volgens Braithwaite geschikt? (5 punten)

c. Wat wordt in dit kader bedoeld met responsive regulation? (2 punten)

20170701-4 punitieve sanctie

De Inspectie voor de Gezondheidszorg meldde op 11 januari 2017 dat zij verpleeghuis ‘Zorg Allerlei’ in Beverwijk het komende half jaar extra in de gaten houdt. Het verpleeghuis is onder verscherpt toezicht gesteld omdat de zorg niet aan alle normen voldoet.

a. Van welke functie van transparantie geeft de IGZ blijk met dit bericht? Licht je antwoord toe (4 punten)

b. Is hier sprake van een punitieve sanctie? Licht je antwoord toe aan de hand van de criteria die het Europese Hof gebruikt om dit te beoordelen. (6 punten)

c. Als hier sprake is van een punitieve sanctie, kunnen dan nog andere sancties worden opgelegd? Licht je antwoord toe (4 punten)

20170701-3 bestuurlijke boete

Eind juni maakte de Autoriteit Consument en Markt bekend dat ze een boete van bijna 41 miljoen euro oplegt aan de NS wegens misbruik van zijn machtspositie bij een aanbesteding in het streekvervoer.

a. Stelling: deze boete laat zien dat de grenzen tussen bestuursrecht en strafrecht vervagen. Ben je het hiermee eens of oneens? Beargumenteer je antwoord (5 punten)

b. Welke uitgangspunten voor de keuze tussen strafrecht en bestuursrecht hanteert het kabinet in de nota uitgangspunten bij de keuze van een sanctiestelsel? (6 punten)

c. Noem twee rechtswaarborgen die zowel gelden bij het opleggen van een bestuurlijke boete als voor de verdachte in het strafrecht. (4 punten)

20170701-2 toezicht privaatrechtelijke normen

Cherednychenko schrijft “tal van Europese richtlijnen op het gebied van financiële dienstverlening verplichten de lidstaten om er zorg voor te dragen dat op de normen van privaatrechtelijke komaf overheidstoezicht wordt uitgeoefend en dat deze langs bestuursrechtelijke weg worden gehandhaafd.”

a. Welke term geeft Cherednychenko aan deze ontwikkeling (4 punten)

“Contract governance in the EU increasingly finds itself in the area of tension between public supervision (..) and private adjudication (betekenis adjudication: rechtspraak/ geschilbeslechting) before national civil courts”

b. Waaruit bestaat de spanning waarop hier wordt gedoeld en wat zijn daarvan de gevolgen? Noem en bespreek er twee (6 punten)

20170701-1 enforcement bias/stranded costs bias’

Ottow noemt in haar artikel “Lessons learned van toezichtrapporten” het juist inrichten van besluitvormingsprocedures als een van de lessen. Zij onderstreept dat met het argument dat toezichthouders vatbaar kunnen zijn voor de ‘enforcement bias’ en de ‘stranded costs bias’.

a. Waarom is volgens Ottow het juist inrichten van besluitvormingsprocedures van belang? (4 punten)

b. Bespreek een van de andere lessen die Ottow trekt in haar artikel (4 punten)

c. Wat bedoelt Ottow met de ‘enforcement bias’ en de ‘stranded cost bias’ (4 punten)

20140403-9 effectiviteitsmeting

Bij het inrichten van een effectiviteitsmeting is de ambitie vaak gericht op het vergelijken van een onderzoeksgroep en een controlegroep.

a  Welke problemen kan een onderzoeker daarbij tegenkomen? (5 punten)

b  Beschrijf wat in dit verband wordt bedoeld met ‘onderzoekseffecten’ of ‘spill-over’. (5 punten)

20140403-8 beginselplicht

Bij rechtshandhaving speelt ‘de beginselplicht’ een belangrijke rol.

a  Leg uit wat ‘de beginselplicht’ inhoudt. (5 punten)

b  In welke situa9es geldt dit uitgangspunt niet? (5 punten)

20140403-7 competenties

In de literatuur over de competenties van toezichthouders wordt onderscheid gemaakt tussen domeinspecifieke en generieke competenties.

Leg uit wat met dit onderscheid wordt bedoeld en noem ten minste drie generieke competenties. (10 punten)

20140403-6 sancties

De afgelopen jaren is het aantal door bestuursorganen toe te passen sancties sterk uitgebreid.

a  Leg uit wat onder de bestuurlijke strafbeschikking moet worden verstaan. (5 punten)

b  Kan een bestuurlijke strafbeschikking volgen op een last onder bestuursdwang? (5 punten)

c  Geef een beknopte beschrijving van het kader dat volgens het kabinet moet worden gehanteerd wanneer de wetgever een keuze maakt over de aard van de toe te passen sanctie. (10 punten)

20140403-5 onafhankelijk milieutoezicht

Biezeveld beargumenteert dat milieutoezicht onafhankelijk van bestuursorganen zou moeten plaats vinden.

Welke empirische en juridische onderbouwing geeft hij voor zijn opvatting? Is die juridische onderbouwing overtuigend naar uw oordeel? (10 punten)

20140403-4 toezichtspiramide, escalatie

Stelling: ‘Aan de toezichtspiramide ligt het uitgangspunt van escalatie ten grondslag: de toezichthouder begint zijn interventie onderaan de piramide, maar hij kan bovenin eindigen wanneer de onder toezicht gestelde zijn gedrag niet aanpast.’

Lever commentaar op deze stelling (10 punten)

20140403-3 onafhankelijk toezicht

Leg uit welke twee betekenissen ten minste gegeven kunnen worden aan ‘onafhankelijk’ toezicht, één van de principes van goed toezicht uit de ‘Tweede Kaderstellende visie op Toezicht’. (10 punten)

20140403-2 effect toezicht

‘Minder last, meer effect’ is sinds een aantal jaren het motto van het overheidsbeleid gericht op toezicht.

a  Beschrijf twee manieren waarop toezichtsorganisaties het terugdringen van de toezichtslasten onder meer proberen te realiseren (5 punten)

b  Beweerd wordt wel dat effectief toezicht zou worden bevorderd door onverwacht inspectiebezoek. Beschrijf wat we daarover onder meer uit onderzoek van de IGZ (Klerks, Ketelaars en Robben) weten. (5 punten)

20140403-1 definitie toezicht

Volgens de overheidsdefinitie van ‘toezicht’ is daarbij sprake van drie deelprocessen.

a  Geef een beknopte beschrijving van de drie deelprocessen. (5 punten)

b  Hoe verhoudt de regeling van toezicht en rechtshandhaving in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht zich tot die deelprocessen? (5 punten)