meesters in het omgevingsrecht
20200111-F(2) aanbestedingsplicht gemeente, verdergaande eisen bestemmingsplan, bouwplicht, (in)direct belang

20200111-F(2) aanbestedingsplicht gemeente, verdergaande eisen bestemmingsplan, bouwplicht, (in)direct belang

Woningen in het kader van een gebiedsontwikkeling moeten volgens de overeenkomst tussen de gemeente en de projectontwikkelaar worden gebouwd volgens een gemeentelijk plan van eisen. De eisen daarin gaan (veel) verder dan de bouw- en gebruiksvoorschriften die in een bestemmingsplan zouden kunnen worden opgenomen. Bovendien moeten de woningen uiterlijk 3 jaar na het sluiten van de overeenkomst worden gerealiseerd. Indien de woningen door de projectontwikkelaar voor een hogere prijs worden verkocht dan in het contract is vastgelegd, profiteert de gemeente voor 10% mee van de meeropbrengst.

Zouden deze bepalingen kunnen leiden tot de verplichting voor de gemeente om de bouw van deze woningen aan te besteden? Motiveer uw antwoord.

GV: De beginselplicht tot aanbesteden geldt voor situatie waarin er a) sprake is van een aanbestedende dienst, b) een overheidsopdracht en c) er sprake is van een opdracht met een zeker omvang. De vraag is nu of de gemeente kan worden beschouwd als een ‘aanbestedende dienst’

In geval de gemeente zelf zou bouwen (bijvoorbeeld een openbare voorziening) is het antwoord evident, en bestaat de plicht wanneer de aanbesteding drempel van 5.350.000 euro wordt gehaald.

In geval van vastgoed ontwikkeling door een private partij ligt dit genuanceerder; in hoeverre is de overheidsbemoeienis te kwalificeren als beslissend/doorslaggevend om te kunnen spreken van een aanbestedende overheidsdienst.

Aangezien de gemeente volgens de casus veel verder gaande eisen aan de bouw- en gebruiksvoorschriften stelt dan in het bestemmingsplan kunnen worden opgenomen, de woningen binnen 3 jaar moeten worden gerealiseerd en de gemeente meeprofiteert van de mogelijke meeropbrengst is het pleitbaar dat de gemeente wel degelijk een dusdanig vergaande invloed heeft op de ontwikkeling dat zij als (mede)aanbestedende partij moet worden aangemerkt (zie tevens HvJ Auroux/Rouanne)

Conclusie: ja, de bepalingen kunnen leiden tot een aanbestedingsverplichting voor de gemeente
(3/5)