Uit een onderzoeksrapport blijkt dat de geluidhinder van een fabriek een probleem vormt voor een gebiedsontwikkeling voor woningbouw. Naar verwachting zal de fabriek op termijn, na een periode van zo’n 8 jaar, worden verplaatst naar een industrieterrein aan de rand van de gemeente. De gemeente wil daar met de gebiedsontwikkeling van het nieuwe centrumplan niet op wachten.
Biedt de huidige wetgeving de gemeente de mogelijkheid om de woningbouw en de fabriek gedurende de genoemde periode naast elkaar te laten bestaan. Motiveer uw antwoord.
GV: De voorgenomen gebiedsontwikkeling vraagt om een wijziging van het vigerende bestemmingsplan. Op basis van de huidige milieuwetgeving kan de ontwikkeling echter niet plaatsvinden; de benodigde omgevingsvergunning kan niet worden verleend i.v.m. de milieueisen (lees: niet halen van geluidsnormen).
Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte (art 7c BuChw) biedt onder lid 12 de mogelijkheid tot opname van gebiedsgerichte geluidwaarden, dit kan zowel (tijdelijk) lager als hoger zijn dan de waarden in art 2.17 van het Activiteitenbesluit. Volgens het college wordt de figuur al vaak en met succes toegepast
Conclusie: Ja, de huidige wetgeving biedt die mogelijkheid door middel van een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
(0/5)