Een gemeente schrijft een openbare aanbesteding uit om voor het gemeentelijke woningbedrijf 250 starterswoningen te bouwen. De winnaar van de aanbesteding sluit met de gemeente een contract waarin staat dat de woningen energieneutraal moeten zijn en ook niet zijn aangesloten op de waterleiding. Via een opvangsysteem en filters wordt gebruik gemaakt van regenwater. De bouwer zegt tijdens de bouw dat hij onmogelijk aan al deze voorwaarden kan voldoen en dat deze bovendien in strijd zijn met artikel 122 Woningwet.
Hoe beoordeelt u deze stelling vanuit juridisch perspectief? (5 punten)
De bouwer heeft vanuit juridisch perspectief ongelijk. De gemeente exploiteert via een woonbedrijf kennelijk zelf woningen en heeft als opdrachtgever eisen gesteld aan het ‘eigen product’. Artikel 122 Woningwet ziet daar niet op en mist derhalve toepassing.