meesters in het omgevingsrecht
20190325-03 juridische instrumenten

20190325-03 juridische instrumenten

In het coalitieakkoord ‘Gezond, Groen, Gelukkig Groningen 2019-2022’ staat dat de gemeente Groningen voorop wil lopen als aardgasvrije gemeente in Nederland. Om de ambities te halen, worden onder meer de mogelijkheden verkend voor windmolens op het industrieterrein Stainkoeln en Westpoort en voor een energielandschap (met bijvoor- beeld zonneweides) in Meerstad.

a)  Stel, de juristen bij de Gemeente Groningen komen erachter, bij de verkenning van de mogelijkheden van deze op duurzame energie gerichte projecten, dat bepaalde sectorale regels knellen.

Welke juridische instrumenten uit het huidige recht bieden mogelijk uitkomst om onder de knellende normen uit te komen? (3 punten)

Genoemd kunnen in elk geval worden: de regeling omtrent de Ontwikkelingsgebieden (art. 2.1-2.3a Chw) en de Experimenteerbepaling (art. 2.4 Chw)’.

b)  Stel, de energietransitie komt moeilijk op gang. Het jaar 2020 loopt ten einde, en met de besluitvorming over de windmolens op het industrieterrein Stainkoeln is nog steeds niet gestart vanwege problemen met provinciale regels op het terrein van de ruimtelijke ordening. Kees Witte, werkzaam als jurist bij de gemeente, roept tijdens een van de vele brainstormsessies over duurzame energie: “Als we nog even wachten tot 1 januari 2021 met het nemen van een besluit…dan is de Omgevingswet in werking. Niets staat de windmolens dan nog in de weg! Duurzame ontwikkeling is immers verankerd als doel in artikel 1.3 Omgevingswet”.

Wat is uw reactie op het voorstel van Kees Witte? (6 punten)

Duurzame ontwikkeling wordt inderdaad verankerd in de maatschappelijke doelstelling in art. 1.3 Omgevingswet. Deze doelen zijn richtinggevend bij de uitvoering van de Omgevingswet door bestuursorganen waaraan taken of bevoegdheden zijn toegedeeld. Dit betekent echter niet dat duurzame ontwikkeling voorrang heeft in besluitvorming over activiteiten met het oog op duurzame energie. Als er specifieke kaders voor besluitvorming elders in de Omgevingswet zijn gegeven, dan zijn die leidend bij de uitvoering van dat onderdeel van de Ow. Specifieke kaders kunnen nog steeds een belemmering vormen voor windmolens. (Oldenziel & De Vos, par. 2.3)