Black stelt dat sprake is van een ‘trust paradox’.
a. Wat wordt bedoeld met de ‘trust paradox’ en hoe verhoudt die paradox zich tot het toepassen van open normen? (4 punten)
Stelling: Het opnemen van open normen in wetgeving is nog geen garantie voor daadwerkelijk ‘principle based’ toezicht.
b. Ben je het met deze stelling eens? Beargumenteer je antwoord en betrek in je antwoord ten minste twee vormen van ‘principle based’ toezicht die Black noemt. (4 punten)