Stelling: “Het vergroten van de flexibiliteit in het omgevingsrecht kan ten koste gaan van juridische waarborgen als rechtszekerheid en
rechtsbescherming.”
Hoe beoordeelt u in het licht van deze stelling het gelijkwaardigheidsbeginsel zoals dat is voorgesteld in de toetsversie Omgevingswet? (8 punten)