Martje Zandberg gaat iedere dag een rondje hardlopen met haar hondje “Beka-el”. Zij loopt dan een rondje van 6 km door de wijk verderop. Op enig moment ziet Martje in die wijk verderop dat een deel van het trottoir is versmald omdat de bewoner zijn (enorme) fietsenhok daar heeft gebouwd. Martje en haar hond moeten bijna uitwijken naar de straat. Martje vraagt via het gemeentehuis de bouwtekeningen op. Zij komt erachter dat er gebouwd is in afwijking van de bouwvergunning; het bouwvlak raakte het trottoir niet, maar het bouwwerk staat er boven op. Martje dient een verzoek tot handhaving bij het gemeentebestuur in. Ambtenaar Lara Martinussen heeft nooit bestuursrechtelijke, laat staan omgevingsrechtelijke vakken gevolgd, maar moet toch in mandaat beslissen. Zij vraagt u als briljante student aan de rechtenfaculteit om advies.
Wat zou u haar adviseren op de volgende punten?
Stel dat het gemeentebestuur het verzoek wil afwijzen, is dan sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht?
Onder welke voorwaarden kan het gemeentebestuur de handhaving ook starten met een waarschuwing aan het adres van de bouwer?
Stel dat de handhaving start met een waarschuwing door het gemeentebestuur aan de bouwer, kan die laatste tegen die waarschuwing rechtsmiddelen aanwenden?