Stel: aan de rand van de bebouwde omgeving van Winsum staat een magnifieke woonboerderij waarin het samengestelde gezin van de heer Mat Ras en mevrouw Liesbeth van Huit-Schimmel met 6 kinderen woont. Mat en Liesbeth willen dolgraag een soort speeltuin realiseren in de enorme tuin die bij de woonboerderij hoort. Zij denken aan een robuuste houten (nest)schommel, een wipkip, een groot speeltoestel (met rekstok!) en een (ingegraven) trampoline. Achter in de tuin is wel plek en volgens Mat en Liesbeth zal niemand er last van hebben, want de speeltuintoestellen zijn – behalve de schommel van 2,75 meter – alle nog geen 1,5 meter hoog en leveren geen hinder op voor anderen. Op het gemeentehuis doet ambtenaar Kamminga aan voorlichting: ‘Het bestemmingsplan staat op dat deel van uw perceel in het geheel geen bouwwerken toe, maar u heeft geluk want voor elk van de speeltoestellen is geen vergunning vereist op grond van de Wabo.’
Heeft de heer Kamminga gelijk? Leg uit (3 punten)
Voor het bouwen van bouwwerken en het afwijken van het bestemmingsplan is in beginsel een omgevingsvergunning vereist (art. 2.1 lid 1 sub a en c Wabo). Of sprake is van een bouwwerk wordt bepaald door de in de jurisprudentie gehanteerde definitie van een bouwwerk (afkomstig uit de modelbouwverordening van de VNG): elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. Aangenomen kan worden dat de speeltoestellen bouwwerken zijn. Art. 2.1 lid 3 Wabo bepaalt dat bij AMvB categorieën van gevallen kunnen worden aangewezen waarvoor geen vergunning is vereist. In casu is art. 2.3 lid 1 (geen vergunningplicht sub a) en lid 2 (geen vergunningplicht sub a en c) Bor relevant. Uit art. 2 in Bijlage II bij het Bor blijkt onder 11 dat voor deze speeltoestellen geen vergunning sub a en sub c nodig is mits het speeltoestel niet hoger is van 2,5m. De schommel is dus als enige niet vergunningvrij voor de activiteiten sub a en sub c. Voor de schommel blijkt in casu dus een omgevingsvergunning in de zin van art. 2.1 lid 1 sub a en sub c Wabo vereist.